Voriconazol is een zogeheten antimycoticum; een antischimmelmiddel. Het middel doodt infectie-veroorzakende schimmels of blokkeert de groei ervan. Het is ook actief tegen schimmelachtige gisten, zoals Candida. Voriconazol wordt ingezet bij ernstige gist- en schimmelinfecties zoals de longinfectie aspergillose of bij Candida-infecties.
Voriconazol en het nut van DNA-analyse
De snelheid waarmee voriconazol in je lichaam wordt verwerkt, varieert per individu. Als gevolg hiervan zijn de effectiviteit en bijwerkingen van voriconazol deels te voorspellen op basis van je genen. Preventieve DNA-analyse kan daarom een belangrijk hulpmiddel zijn bij het optimaliseren van je medicatie.
Ook bekend als
Vfend, VCZ, Voriconazolum
Mogelijke bijwerkingen
Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)
- Oogproblemen, zoals wazig zien, schitteringen, kleuren anders waarnemen en gevoeligheid voor licht. Deze klachten gaan binnen 1 uur vanzelf over. Er is een zeer kleine kans dat er sprake is van een ernstige oogbeschadiging. Raadpleeg uw arts als de klachten langer duren.
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
- Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, buikpijn en diarree, zelden verstopping of zuurbranden. Deze klachten gaan meestal over als u aan het medicijn gewend bent geraakt.
Zeer zelden ontstaat ernstige diarree. Waarschuw dan uw arts.
- Hoofdpijn
- Koorts, rillingen.
- Huiduitslag. Zelden met jeuk, schilfers of vlekjes. Meestal is dit niet ernstig, maar zeer zelden kan er sprake zijn van overgevoeligheid voor voriconazol. Zie Zeer zelden Overgevoeligheid. Raadpleeg daarom bij huiduitslag uw arts.
- Vocht vasthouden (dikke en enkels en voeten). Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.
- Ademnood of kortademigheid. Waarschuw uw arts bij een plotselinge ernstige benauwdheid. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige longaandoening ontstaan.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
- Psychische klachten, zoals angst, depressie, opwinding, slapeloosheid, sufheid, verwardheid en hallucinaties. Als u deze bijwerkingen opmerkt, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Deze bijwerkingen gaan over als u stopt met het medicijn.
- Duizeligheid, zwak gevoel, flauwvallen. Dit kan ook komen door een lage bloeddruk of te weinig glucose in het bloed.
- Trillen, beven, rugpijn, spiertrekkingen of gespannen spieren.
- Epileptische aanvallen of stuipen. Waarschuw dan uw arts.
- Tintelend of doof gevoel, vooral in handen of voeten. Raadpleeg in dat geval uw arts.
- Haaruitval (dit herstelt zich na afloop van de kuur).
- Verminderde leverwerking of leverontsteking. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik, een gele kleur van huid en oogwit (geelzucht), donkere urine en bleke ontlasting. Waarschuw uw arts als u last krijgt van één van deze verschijnselen.
- Bloedarmoede, infecties of bloedingen. Dit kan komen door te weinig rode bloedcellen, witte bloedcellen of bloedplaatjes. U merkt het aan extreme vermoeidheid, keelpijn, koorts, blaren in de mond, snel blauwe plekken of bloedneuzen, of aan infecties. Waarschuw in deze gevallen direct uw arts.
- Pijn op de borst, hartkloppingen of een onregelmatige hartslag. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.
Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.
- Gezwollen of ontstoken gezicht, voorhoofdholtes, lippen tandvlees of tong. Waarschuw dan uw arts.
- Verminderde nierwerking. Raadpleeg uw arts als u binnen enkele dagen in gewicht toeneemt, als u dikke enkels of onderbenen krijgt of bloed in de urine heeft.
- Te weinig kalium of natrium in het bloed. U merkt dit soms aan spierkrampen, spierzwakte en vermoeidheid. Waarschuw dan uw arts.
- Bij het infuus: pijn of zwelling op de plaats van de naald.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
- Smaken anders waarnemen.
- Oorsuizen en slechter horen. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.
- Ontsteking van de alvleesklier of van het buikvlies. Waarschuw een arts bij plotselinge hevige pijn in uw bovenbuik.
- Galkolieken of galstenen. Raadpleeg uw arts als u galstenen heeft of andere galblaasaandoeningen.
- Bewegingsstoornissen, zoals een onzekere gang bij het lopen, evenwichtsproblemen, neiging tot vallen. Raadpleeg uw arts als u dit merkt
- Ontstekingen van bloedvaten of lymfevaten.
- Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u onder andere aan huiduitslag, ontstoken plekken, jeuk en galbulten. Raadpleeg dan een arts.
In zeer zeldzame gevallen ontstaat een zeer ernstige overgevoeligheid met benauwdheid, zwellingen in het gezicht, flauwvallen of blaren op de huid en in de mond. Waarschuw dan meteen een arts of ga meteen naar de Eerste-hulpdienst.
Blijkt u inderdaad overgevoelig te zijn voor dit medicijn, meld dat dan altijd aan uw apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of medicijnen die hier veel op lijken, niet opnieuw krijgt.
- Dit medicijn kan de huid gevoeliger maken voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Door blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kunnen ontstaan huiduitslag, bobbeltjes, blaasjes, jeuk, roodheid van de huid en ernstige verbranding door de zon geven. Kinderen hebben hier vaker last van.
Na langdurige behandeling is er ook meer kans op huidkanker. Huidkanker ontstaat sneller door de invloed van UV-licht.
Blijf daarom uit direct zonlicht, vooral tussen 10.00 en 15.00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer een zonnebrandmiddel op een met sun-block van minimaal factor 30, gebruik lippenbalsem met minstens factor 30 en ga niet onder de zonnebank.
Krijgt u huiduitslag door de zon? Neem dan contact op met uw arts.
Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.